Ik ben geen fan van januari en februari, ze duren altijd veel te lang. Hoe kom je als tuinliefhebber die periode toch lekker door? Ga naar buiten! En zet bloeiende planten dicht bij het raam, kijk vogels en speur naar pareltjes in de tuin.
Buiten naar binnen halen
Het hele jaar staat er een uitstalling voor het raam, dit is een zonnige plek waar ik normaal alle stekgoed neerzet. In de winter wordt het aangevuld met moois om naar te kijken: Helleborus, hele kleine cyclaampjes en wat (bijna) uitgebloeide narcissen die eerst binnen hebben gestaan. Zo heb je toch wat gezelligs te kijken uit het raam.


Ik had twee potten gekocht met Helleborussen: 1 voor binnen op tafel en 1 voor buiten voor het raam. Degene die buiten staat doet het véél beter dan die binnen staat. Die kwijnt helemaal weg terwijl de buiten-versie alsmaar nieuwe bloemen en nieuw blad krijgt. Nu staan er dus 2 buiten.
In de tuin staan ook Helleborussen, maar die laten hun koppies zo hangen dat je de bloemen bijna niet ziet. Doordat de pot voor het raam wat hoger staat, zie je de bloemen veel beter. Ik wil ook ooit nog een roze variant, die gaat op de verlanglijst.

Vogeltjes kijken achter het raam
Het vogelhuisje heb ik rondom volgebouwd met boompjes en struiken. Vogels komen niet graag naar een open voerplaats en ze voelen zich veiliger als ze een tussen-landingsplek hebben. Die struiken beschermen ze, ook tegen springende poezen. Héél voorzichtig heb ik het huisje steeds iets dichter naar het raam geschoven en nu kan ik de hele dag lekker dichtbij vogeltjes kijken.

Sneeuwbal of marshmellow?
Als ik uit het raam opzij kijk, zie ik een viburnum die prachtig roze bloeit. Wat een krachtpatser is dit om al zo vroeg te bloeien. De Nederlandse naam is sneeuwbal, maar de bloesemtrosjes doen mij meer denken aan die lichtroze marshmellows.

Subtropische winterbloeier
De rozemarijn heeft het erg naar zijn zin in deze tuin: de arme zandgrond, de droge jaren, het was helemaal naar de wens van deze subtropische zonaanbidder. Gek genoeg bloeit hij in deze wintermaanden. Hoe ouder het struikje, hoe meer mini-bloemetjes erop verschijnen. Inmiddels is deze struik bijna 1 meter hoog.


Geen bloemen, wel bessen
Tussen al het groen en bruin heb ik erg behoefte aan kleur. De vuurdoorn met zijn knalrode besjes valt lekker op tegen de schutting. Er stond een uitgebloeide stalkaars aan de linkerkant, daardoor konden de merels niet bij de bessen. Nu die is weggehaald is er weer een lekker maaltje te halen voor ze.
Rozebottels alleen onderin
In de zijtuin staat een roos die in de zomer mooi omhoog groeit langs een driepoot en op die manier een beetje hoogte in de tuin brengt. Het onderste gedeelte van die roos zit nu helemaal vol met felrode rozebottels. Jammergenoeg zit bovenin niets, anders had ik wat mooie takken afgeknipt om binnen neer te zetten. Nu laat ik ze maar zitten.

Mossen, wat een schoonheid
Je moet even door de knieën, maar dan zie je wel pure schoonheid op macroniveau. Wat zijn mossen toch mooi van dichtbij. Op het ‘mossenbalkje’ in de schaduw bij de vijver ontstaan heel bijzondere minilandschapjes. Determineren van mossen is heel lastig, maar in een eerdere blog over mossen heeft een kenner me de namen doorgegeven.



Mospaadje
Het zachtste paadje in de tuin was ooit een graspaadje. Het Gewoon Haakmos heeft het langzaam maar zeker overgenomen en ik vind het prachtig. In het midden zie je nog wat laatste sprietjes gras, maar verder is het een zacht verend mospad geworden, dat felgroen ligt te stralen achterin de tuin.


Wilgenkatjes, maar dan roze
Ik heb zoveel mogelijk inheemse soorten in de tuin en wilde ook een gewone wilg (toch doen, ondanks de droogte). Dat blijkt heel moeilijk te zijn, want inheemse gewone soorten kun je bijna nergens kopen. Niet lucratief, te gewoon waarschijnlijk. Wat ik wèl heb gevonden is een roze katje. Nou ja, ook leuk!
De lente: het komt eraan
Als je goed kijkt, zie je al wat vroege bloeiers aan komen. Het groen van de eerste narcissen popt al op, uit de gestrooide compost komt alvast weer blad op en de eerste knoppen staan op barsten.


Kornoelje
Deze gele kornoelje (Cornus mas ‘Pioneer’) bloeit bijna. Er komen kleine gele stervormige bloemetjes en later komen er vruchten aan met veel vitamine C. Ze zijn wat zuur, maar ik lees dat ze wel goed zijn om jam van te maken. Ik heb er nog nooit meer dan 5 aan zien hangen dus dat is wat ambitieus. Vorig jaar voor het eerst geproefd: inderdaad heel erg zuur. Ik hou het bij het kijken naar de bloemetjes denk ik.

Maar hoe komen we februari nou een beetje leuk door?
Belangrijkste tip: ga naar buiten, liefst direct zodra de zon schijnt en anders rond lunchtijd, want midden op de dag is de zonkracht het sterkst (ook achter de wolken). Zorg voor een goede jas, zet een muts op en koop goede wandelschoenen. Dit maakt een wereld van verschil en ineens loop je zonder dat je het door hebt een uur buiten en ik kan je garanderen dat je je beter voelt als je weer thuiskomt. Neem dan een lekkere warme chocolademelk en dan is de rest van je dag helemaal goed.
En natuurlijk: haal die fijne lentebolletjes in huis, want al is het buiten nog zo lelijk: dit is toch heerlijk om naar te kijken?

Eerdere blogs over de winterperiode:
- Verlangen naar lente (feb 2020)
- Groen in de winter door mossen (jan 2020)